Home

Artikel 35: Commissies

1. Ter uitoefening van bepaalde tot de activiteiten van de bond behorende, voortdurende taken kunnen vaste commissies worden ingesteld, waarvan de leden en de voorzitter worden benoemd door de algemene ledenvergadering of het bondsbestuur al naar gelang met betrekking tot elke commissie afzonderlijk bij reglement is bepaald.
2. Voorts kunnen door de algemene ledenvergadering respectievelijk het bondsbestuur ter vervulling van de bepaalde opdrachten één of meerdere commissie(s) ad hoc worden benoemd.
3. De vaste commissies en de commissies ad hoc zijn verantwoording schuldig aan het bondsbestuur.
4. Tenzij bij reglement anders bepaald, treden de leden van een vaste commissie jaarlijks af, doch kunnen onmiddellijk worden herbenoemd. Elke commissie kiest uit zijn midden een secretaris, indien door het bondsbestuur geen secretaris zonder stemrecht aan de commissie is toegevoegd. De secretaris is belast met de briefwisseling, met het opmaken der notulen, en het opstellen van de verslagen. Binnen 14 dagen na het einde van het verenigingsjaar brengt de secretaris van de vaste commissie aan het bondsbestuur schriftelijk verslag uit over de werkzaamheden van de commissie en de toestand van de haar toevertrouwde zaken of belangen gedurende dat verenigingsjaar. De verslagen van de vaste commissies worden tevens uitgebracht in de jaarlijkse algemene ledenvergadering. De secretaris van een commissie ad hoc brengt aan het bondsbestuur verslag uit zodra de commissie van oordeel is de verstrekte opdracht te hebben vervuld.