BIJ HET IJS

Martijn Oosterwijk
Martijn Oosterwijk

16 mei 202514:10

Door Danny Micola von Fürstenrecht

De 10e keer

Column: bij het ijs door Jan Hopstaken

‘Hoe ouder ik word en hoe meer WK’s ik heb meegemaakt, hoe meer ik besef hoe bijzonder het is dat ik namens Nederland er elke keer weer bij mag zijn. Daar ben ik trots op en dankbaar voor’

Vorige week in Servië was Martijn Oosterwijk voor de 10e keer, als goalie van het nationale mannenteam, op een WK. De eerste keer in 2012 speelde hij echter geen enkele wedstrijd. De tweede keer dat hij er bij was en de eerste keer dat hij speelde, in 2013 divisie 1b in Donetsk (Oekraïne) keepte hij alle wedstrijden. Hij werd verkozen tot beste goalie van dat toernooi. Wat een start van een interlandcarrière Volgens Martijn was dat ook zijn beste WK.

In de lobby van het hotel in Belgrado hebben Martijn en ik een prettig gesprek. Hij is open, vriendelijk, eerlijk en doordacht over zijn WK-deelnames in de afgelopen jaren. Op een manier dus, zoals ik denk dat hij ook echt is: een serieuze, sympathieke vent.

Ondertussen is hij samen met Joey Oosterveld één van de oudste spelers van het team. Dat was bij zijn debuut anders. Als jonge jongen speelde hij met wat meer ervaren mannen als Tony Demelinne en Kevin Bruisten, die nog steeds goede vrienden zijn. Op zijn eerste WK werd hij onder de hoede genomen door Nick de Jong. Dat waardeerde Martijn enorm. Hij vraagt zich wel af of Nick dat ook nog weet. Het zal op de routinier destijds waarschijnlijk een heel andere indruk hebben gemaakt dan op de junior.

Martijn typeert zijn goalie-stijl als rustig en gecontroleerd, met overzicht op het spel voor hem. Een supportive role dicht hij zichzelf toe. Of anders gezegd, hij praat continu. Vooral tegen medespelers maar ook tegen scheidsrechters. Het was mij al eerder opgevallen dat hij zodra hij zijn helm kan afzetten, hij tegen de scheidsrechter begint te praten. Of bij het geven van een gevangen puck aan een linesperson. Hij heeft continu tekst.

Sinds 2014, toen hij de Zweedse goaliecoach Michael Wernblom leerde kennen, is zijn stijl wat meer Zweeds geworden. Daarbij draait het niet zo zeer om de reflexen van een goalie, maar meer dat hij goed staat: gecontroleerd in de crease. Ian Meierdress, lang zijn collega en concurrent in het nationale mannenteam, was daar erg goed in. Om deze stijl goed te kunnen uitvoeren is goed schaatswerk en positioneren belangrijk en moet je sterk en lenig zijn. Met zijn 1,93 m behoort hij tot de langste van het team. Als relatieve leek lijkt het me een voordeel als keeper dat je groot bent. De voorzitter van Estland zag dat voordeel vorig jaar op het WK ook. Hij had gezien dat we naast Martijn, nog zo’n grote keeper hadden: Ruud Leeuwesteijn 1,91 m. Of Estland niet één van die twee mocht hebben, werd mij gevraagd. Ruud vertelde me dat op WK’s er ook altijd mensen zijn die denken ze broers zijn.

 

‘Hoe ouder ik word en hoe meer WK’s ik heb meegemaakt, hoe meer ik besef hoe bijzonder het is dat ik namens Nederland er elke keer weer bij mag zijn. Daar ben ik trots op en dankbaar voor’

— Martijn Oosterwijk

In de 10 keer dat hij erbij was, is Martijn drie keer gedegradeerd en afgelopen week voor de derde keer gepromoveerd, met een shutout tegen België. Alle toernooien waren volgens hem bijzonder. Ze hadden allemaal iets moois. Mooie momenten, spectaculaire wedstrijden, fijn team, mooie stad noem maar op. Maar we horen in 1B, zo is zijn stellige overtuiging. En zegt hij: ‘Hoe ouder ik word en hoe meer WK’s ik heb meegemaakt, hoe meer ik besef hoe bijzonder het is dat ik namens Nederland er elke keer weer bij mag zijn. Daar ben ik trots op en dankbaar voor’.

Jan Hopstaken

Voorzitter IJshockey Nederland