23 april 202506:30
Door Danny Micola von Fürstenrecht
Afgelopen dagen was ik in Asiago in Italië bij het WK van onze jongens onder 18. Bij Italië denk ik niet direct aan ijshockey. Veel Italianen, die ik de laatste jaren op vakantie wat verder in het Zuiden sprak, ook niet. Volgens hen is het geen Italiaanse sport. Het zijn Oostenrijkers, of beter, vooral Süd-Tirolers die de edele ijshockeysport in Italië bedrijven. Gedurende meer dan 550 jaren, tot en met de eerste Wereldoorlog in 1918, behoorde dit deel bij het graafschap Tirol. Daarna werd het onderdeel van Italië. Dat is dus maar amper 100 jaar geleden. Daarom spreken ze er zowel Duits als Italiaans en is alles nog steeds tweetalig.
Bij Italië denk ik wel direct aan mooi weer, hele mooie oude steden en lekker eten. Lekker eten zoals oma dat al maakte met verse smaakvolle ingrediënten en niet al te ingewikkeld bereid. Die maaltijden eet je dan buiten in een tuin, aan lange tafels, met witte kleden, allerlei soorten kleurige borden en bestek met familie en vrienden. Het geheel in een warme, liefdevolle setting en georganiseerd met een prettige chaos.
Tekenend voor Italië is een grap die ik ooit hoorde van een Engelsman. Hij vroeg me: ‘Wat is het verschil tussen de hemel en de hel?’ Dat wist ik natuurlijk niet. Het antwoord: ‘In de hel zorgen de Engelsen voor het eten, de Duitsers verzorgen de humor en de Italianen organiseren het’. In de hemel echter zorgen de Italianen voor het eten, leveren de Engelsen de humor en organiseren de Duitsers het’. Helder toch!
Op de organisatie viel niet veel aan te merken, op het noodweer wel en het was sympathiek dat het tournooi gratis toegankelijk was.
Op de tribune, bij de wedstrijden van het Nederlands team, had ik dat gevoel van die Italiaanse familiewarmte. Weliswaar niet Azzuro gekleurd, maar Oranje. Dicht bij elkaar zat een degelijke Nederlandse afvaardiging van moeders, vaders, broers, zussen, opa’s en oma’s en anderen die vaak vooral voor één iemand van het team naar Italië waren gekomen. Een enkeling met een kritische, ietwat afstandelijke ijshockey-technische blik. Anderen die het geheel zwijgend en geconcentreerd verwerkten. Maar toch ook een aantal met een hoorbaar Oranje-gekleurde bril op. Veel warme emotie, directe betrokkenheid en wat zenuwen. Goedbedoelde en duidelijk uitgesproken tips aan de scheidsrechters van dienst. Die overigens uit landen kwamen waar Nederlands niet de voertaal is. Maar dat hinderde een aantal niet om de spelers al dan niet luidkeels hartstochtelijk te ondersteunen met aanwijzingen voor de scheidsrechters. Een echt warme familiesetting.
Deze familiemensen zijn ontzettend belangrijk voor onze kleine sport. Zij maken het mogelijk, niet alleen financieel, dat hun jongens en meiden kunnen ijshockeyen. Zij rijden ze naar wedstrijden, zij zijn vrijwilliger bij de club, zij helpen bij evenementen en hebben bovendien grote invloed op het gedrag en de prestaties van hun kind. Zij dragen daarmee een grote verantwoordelijkheid voor onze sport.
Daar hoef ik ze niet op te wijzen en kan ze daar niet genoeg voor bedanken!
Jan Hopstaken
Voorzitter IJshockey Nederland