Bij Het IJs: De pijn
16 januari 2019 13:00
Vice-voorzitter Jan Hopstaken van IJshockey Nederland schrijft in zijn column deze keer over de rol van pijn binnen de sport. 'Voor ons als publiek is topsport in eerste instantie vermaak. Voor topsporters is het afzien. De randjes van het kunnen, het durven, het risico opzoeken. Grenzen verleggen.'
Zelf sporten is leuk. Je bent fijn onder de mensen, het geeft voldoening en is goed voor lijf en leden. Topsport kijken is genieten. De spanning, de mooie acties en de stomme overtredingen zorgen er voor dat je intense momenten beleeft. We identificeren ons ook met die topsporters. Zij doen waar wij als kind van droomden. We proberen die droom zo lang mogelijk vast te houden. Tot mijn veertigste had ik mijn voetbalschoenen achter in de auto klaar liggen, voor āals de bondscoach beldeā (die om hele begrijpelijke redenen nooit heeft gebeld).
Toch is topsport beoefenen niet alleen maar doen āwat je als kind altijd al wilde doenā. Richard Krajicek zei eens, dat als hij zijn tenniscarriĆØre in ƩƩn woord zou moeten samenvatten, dat āpijnā zou zijn. Afgelopen week gaf Andy Murray aan dat hij ging stoppen met tennissen vanwege de pijn in zijn heup. Sven Kramer heeft al tijden last van zijn rug. Wielrenners vallen voortdurend van hun fiets en gaan onder de bulten en schrammen weer door. IJshockey is een sport die gebouwd lijkt te zijn op het kunnen omgaan met continue pijn.
Pijn is maar tijdelijk, opgeven is voor altijd
Voor ons als publiek is topsport in eerste instantie vermaak. Voor topsporters is het afzien. De randjes van het kunnen, het durven, het risico opzoeken. Grenzen verleggen. Nog sterker worden. Nog sneller. Tactisch inzicht vergroten, techniek verbeteren. Elke training en wedstrijd weer. Alles met de uitspraak van Lance Armstrong in het achterhoofd: āPijn is maar tijdelijk, opgeven is voor altijdā.
Topsporters weten dat pijn er bij hoort, dat afzien onderdeel van de sport is en dat degene die het best met de pijn kan omgaan wint.
Oud-wielrenster Leontien van Moorsel, die bekend stond om haar extreem hoge pijngrens, vertelde een aantal jaren geleden dat āhet vooral pijn doet als mensen slecht over je schrijvenā. Dat stimuleerde haar aan de ene kant om te laten zien dat men het verkeerd zag. Aan de andere kant kostte het haar vooral veel energie omdat ze er slechter van ging slapen, eten en drinken waardoor het nog meer pijn kostte om haar prestaties te leveren.
Dat hoeft voor mij niet. Als topsporters zichzelf pijn willen doen om beter te presteren, dan is dat hun keuze. Laten wij vooral genieten van hun presteren, hun goede bedoelingen koesteren en hun fouten op de koop toe nemen.
Jan Hopstaken is sinds 2013 vicevoorzitter van IJshockey Nederland en in die functie verantwoordelijk voor verenigings- en clubondersteuning. In Bij Het IJs schrijft hij iedere twee weken over zijn ervaringen rondom de Nederlandse ijsbanen.
